April 2015 - AltCountry.nl

Een Amsterdamse ingezetene die geboren & getogen is in Friesland; drie inmiddels ingeburgerde Rotterdammers, twee met ooit hun wieg in het Brabantse land én eentje in de Bollenstreek, en dan nog eens een Fransman uit de streek van een goed glas wijn -een Bordeaux- die via Parijs en onze residentie uiteindelijk in Amsterdam belandt. Kortom, Simone Manuputty, Hans Custers, Jan van Bijnen, Daan van Diest én Pascal Hallibert. Spreek je dan van een Haagse band? Niet echt. Maar Point Quiet wordt toch nog vaak qua ontstaan gelieerd aan Den Haag. In de unaniem lovende recensies die hun laatste worp -Ways And Needs Of A Night Horse- ten deel is gevallen, bijvoorbeeld. Wij van Altcountry.nl vonden het in ieder geval tijd voor een verhaal; een verhaal over het ontstaan van Point Quiet, maar ook over de andere projecten van muzikale duizendpoot Pascal Hallibert. En natuurlijk ook over zijn niet onbelangrijke kompanen, en nog meer…..

Meters maken
Op een zonnige donderdag dan ook vertrokken naar het immer mooie Delft. Die avond, 9 april, stond in het Rietveld Theater een editie van QuiteQuiet geprogrammeerd, deze keer met: Dustin Stray, Gravel Town en….Point Quiet. En het bleek een mooie, intieme én sfeervolle avond. Vooraf overigens even kort langs de grachten van Delft gestruind en ook nog wat platenzaken bezocht. En snel even gecheckt of het werk van Point Quiet (maar ook van Hallibert’s projecten Templo Diez en Praise The Twilight Sparrow) te vinden zou zijn, dat bleek niet het geval. Wat optredens betreft wenst men toch wel wat meer ‘meters’ te gaan maken, dit allerhande drukke agenda’s ten spijt. Want, waar multi- instrumentalist Jan van Bijnen (deze avond absent) te boek staat als fulltime muzikant -momenteel met Freek de Jonge’s laatste show, maar ook met tal van anderen (Markus Rill; Markowski; Dennis Kolen etc.)- daar hebben Simone Manuputty (viool; backing vocals), Hans Custers (bass; backing vocals), Daan van Diest (drums; harmonica) en frontman Hallibert (vocals; gitaar) overdag andere besognes. Van IT-‘er tot restaurateur van vintage drumkits, van blogger (klimaat) tot ingenieur. Veel optreden betekent passen en meten.

Op pad
Hallibert is vanwege zijn werk ook nogal eens op pad, wereldwijd zelfs. Voordeel van dat gereis is dan wel weer dat hij daardoor veel indrukken opdoet, wat dan weer leidt tot de meest mooie, indringende songs. Een aantekenboekje is dan ook nooit ver weg, is in feite Pascal’s permanente reisgezel. Inspiratie verkrijgt hij ook meer dan eens uit de vele boeken die hij heeft gelezen én leest. Zo is de titel van het laatste Point Quiet- album ontleend aan een van zijn favoriete schrijvers, de Amerikaan Cormac McCarthy. Een strofe uit diens reeks The Border Trilogie van eind vorige eeuw, het boek City Of The Plains (1998) om precies te zijn. Op de vraag hoe al deze teksten zo smaakvol van muziek wordt voorzien, laat Hallibert weten dat zulks vrijwel altijd een groepsproces is. Alle leden, of het nou bij Point Quiet of bij Templo Diez is, hebben de nodige inbreng.

Wat bij Point Quiet (en voorheen White Sands) over de jaren heen ook tijdens optredens overigens al duidelijk aan het licht kwam: vijf verschillende karakters met gemene delers van een hoge mate van bescheidenheid (waarbij Van Bijnen het ‘brutaalst’ is..) én muzikale bevlogenheid.

Invullen en weglaten
Point Quiet minus Jan van Bijnen; QuiteQuiet, DelftVijf karakters die elkaar op het podium perfect aanvullen. Van Diest en Custers verstaan de kunst van het invullen én van het weglaten, terwijl Manuputty met haar viool steeds ragfijne nuances weet toe te voegen (Gabe Witcher van Punch Brothers noemt zij als een van haar voorbeelden) aan het geheel. Tel daar bij op de werkelijk op alles wat snaren & knoppen heeft excellerende Jan van Bijnen, en het is met de vaak in droefenis en zielenpijn gedrenkte stem van Hallibert helemaal af. Muziek die bij elke beluistering, concert of op de plaat, het binnenste van de mens raakt of behoort te raken.

En dat alles vond z’n oorsprong eind negentiger jaren. Hallibert, die wel de gitaar al ter hand had genomen (vooral rock), arriveerde in 1998 in Den Haag om zich daar na z’n Parijse studie voorlopig te vestigen. Daar kwam hij in aanraking met Americana, vooral ingegeven door eminence grise Jan Donkers’ radiowerk. Sunday Morning Coming Down en Double Play, dat soort werk. Begin deze eeuw ontstond in het Haagse, dit na o.a. Hallibert’s deelname aan de Grote Prijs van Nederland – categorie: singer-songwriters- in 2003, dan ook de formatie Templo Diez. En alle songs die niet direct in de format van Templo Diez paste spaarde Hallibert even op, en wel om deze vervolgens samen met Hans Custers eerst als duo, en later in een daartoe geformeerde band, verder uit te werken. White Sands zag derhalve het levenslicht. Het debuut- album -Desoronto (2007)- stond bol van americana noir (of om het even welk ‘hokje’) en was én is nog altijd van een ongekende schoonheid. Toen al voornamelijk louter positieve kritieken, en nadat de line-up zoals nu met Point Quiet de gewenste invulling had verkregen ging White Sands op gezette tijden ook de boer op. Onder andere op het Numoon-festival in het ‘oude’ Lantaarn/Venster in de Rotterdamse Gouvernestraat. In 2009 kwam dan de naamswijziging van White Sands naar Point Quiet, een wijziging die echter geen enkele invloed had op de richting én kwaliteit van de muziek. Het bleef onverminderd van een hoog niveau. Met Point Quiet’s titelloze debuut in 2010 als fraai resultaat.

Gekunsteld?
Desgevraagd liet Hallibert zich dan nog ontvallen, dat het wel omarmd worden door critici en wat minder door de ‘goegemeente’ misschien komt omdat hun muziek als artificieel wordt ervaren, iets te kunstmatigs. Zo van: ‘een Fransman die zich met een stel (competente) Nederlanders waagt aan muziek van over de grote plas, Americana, dan kan nooit echt zijn….’. De zeker niet gekleurde mening van Hallibert en zijn kompanen zelf: ‘ons werk is helemaal niet gekunsteld, maar juist puur…echt!’. Eens: Americana noir die raakt, onthaast en dus met gevoel binnenkomt. Dat geldt even zozeer voor de meer folky kant van Hallibert met het even geparkeerde Praise The Twilight Sparrow, als ook voor de iets meer tegen andere invalshoeken aanleunende formatie Templo Diez. Bewijs van dit laatste: Constellations, net uit. Hoogste tijd voor wie het werk van Point Quiet enz. niet kent om er eens echt voor te gaan zitten. Online zijn er diverse mogelijkheden om aan dit album te komen, nummers aan te schaffen, of er online naar te luisteren.

En de speellijst van de band is natuurlijk te vinden op de website van Point Quiet.

(Leo Kattestaart)